Enchytreeën, een (vergeten) wormpje dat vroeger veel als voeding aan vissen werd gegeven.
Enchytreeën zijn kleine doorschijnend wormpje van een paar centimeter die, in de natuur in de bovenste laag van bosgrond en in composthopen, leven.
Omdat ik moest ‘babysitten’ op iemand zijn enchitreeën, beviel het me zo dat ik een ent genomen heb en ze nu ook kweek.
Vul om te starten een klein bakje met potgrond. Zaai- en stekgrond al dan niet gemengd met turf kan ook maar bij mij groeien ze heel goed in gewone potgrond zonder toevoegingen.
De grond moet vochtig zijn en gehouden worden maar zeker niet te nat.
Het bakje afdekken zodat de grond vochtig blijft.
Het bakje staat best op een donkere koele plaats zoals een kelder.
Voeg een portie enchytreeën toe en de kweek kan beginnen.
Wanneer de wormpjes zich goed beginnen te ontwikkelen kunnen ze overgezet worden in een grotere bak.
Hier nog in een klein beginnersbakje:
In de natuur eten ze alles wat ze tegenkomen: bladeren, dode insecten, schimmels en elkaar.
Bijna overal lees je dat het kweken van enchytreeën stinkt. Wil je dit inderdaad bereiken dan voed je hen met (bier)gist en havermout en vul je hun bakje met bladeren en turf.
Heb je liever dat ze niet stinken dan geef je gewoon brood geweekt met melk.
Ik geef dit ongeveer om de twee dagen, niet te veel, zoveel in verhouding tot de wormpjes zodat het brood ook wordt opgegeten en ik er later geen stukken moet uithalen.
Om beschimmelen te voorkomen bedek ik het brood een beetje met zand.
Anderen leggen bovenop het brood bijvoorbeeld een plastieken dekseltje.
Er bestaan verschillende manieren.
Ik geef enkele dagen voordat ik wil oogsten geen eten. Dan een heel klein stukje geweekt brood bovenop het zand. Na enkele uren krioelt dat stukje dan van de wormen en ik heb ze er maar af te scheppen.
Anderen halen de wormen vanonder een stuk brood en spoelen dan het zand weg.
Of de plastieken bak in een tijl warm water zetten. Omdat ze niet van warmte houden komen ze allemaal naar boven gekropen, tot zelfs uit de bak.
Enchytreeën worden voor de vissen als een echte delicatesse gezien, maar ze bevatten veel vet daarom geef ik mijn vissen het maar één keer per week te eten.
Wil je echt veel moeite doen om de enchytreeën te voeden dan is hier nog een recept ‘uit de oude doos’.
Maak een papje van havermout met een heel ei erbij, een snuifje zout, een klontje boter en een beetje suiker.
Breng dit geheel met een driekwart liter melk aan de kook.
De brei in kleine porties, bv. in plastieken potjes, liefst zo warm mogelijk. Naarmate de brei kouder en dikker wordt wordt het moeilijker. Daarna laten afkoelen, dekseltjes erop en de diepvriezer in.
Na een tijd is het nodig om je potje uit te breiden zodat de enchytreeën meer plaats hebben om zich nog meer te ontwikkelen. Hier mijn enchytreeën ondertussen ondergebracht in een hobbybox.
Onder de ‘enchytreeën vallen nog verschillende andere soorten zoals de grindals.
bron: wikipedia