Rainbow Shiners / Notropis Chrosomus

De Rainbow Shiners komen oorspronkelijk uit Noord-Amerika, Alabama en leeft in de zijrivieren van de rivier Etowah, Georgia.
Geïsoleerde populaties zijn ook gevonden in de hooglanden van de Alabama-rivier.
Ze zijn meestal te vinden in beken en kleine stroompjes van de rivier met zuurstofrijk water en een grind – of stenenbodem.

Rainbow Shiner hebben een langgerekt, gestroomlijnd lichaam van 5 tot 8 cm.
In de winter zijn hun kleuren minder uitgesproken, een roze horizontale lijn loopt over de flanken van hun lichaam. Verder aangevuld met bruine en groene en paarse tinten.
De dorsale en anale vinnen hebben heldere rode vlekken. De dorsale helft van het oog is helder rood. Mannetjes zijn slanker en felgekleurde dan vrouwen.

 

Op het moment van de paring  worden de Rainbow shiners eerst glanzend zilver, daarna worden de mannetjes hevig rood met een blauwe plek op de bovenkant van de kop. Vrouwtjes  zijn niet zo rood maar hun kleuren zijn wel heviger.

 

In de zomerperiode hebben de mannetjes glinsterende felgekleurde blauwe vinnetjes en een donkerrood lichaam. Ondanks hun relatief kleine afmeting voor een vijver, vallen ze in een groep heel goed op, door de schitterende kleuren.

In de vijver kunnen deze vissen samen gehouden worden met redelijk grote vissen zoals goudvissen of windes. Echter met bv. grote kois is er een risico dat de Rainbow shiners worden opgegeten.

Een deel van mijn Rainbow shiners leeft in een buitenbak, die in de winter wordt afgedekt:

 

Temperatuur
De Rainbow shiners kunnen heel wat aan van temperatuur, tussen 4 – 30 ° C. Ideaal is tussen 18 en 25 graden, maar zeker geen constante temperatuur het hele jaar door.
Ph: 6 – 8.

 

In het aquarium
Aangezien de Rainbow shiners echte zwemmers zijn hebben ze een aquarium nodig van minstens 1 meter. Beplanting wordt best langs de kanten gezet, zodat ze plaats hebben om te zwemmen.
Een goede stromingspomp is nodig aangezien ze stuurstofrijk water nodig hebben, en het heerlijk vinden om tegen de stroom in te zwemmen.
Het zijn koudwatervissen, een verwarming is niet nodig. Ze kunnen tegen hogere temperaturen, tijdelijk zelfs tegen hele hoge temperaturen. Het is echter niet gezond om hen constant in een warmwateraquarium te houden.


Met dank aan Johnny Delamper voor de foto.

Een deksel is noodzakelijk, aangezien ze goed kunnen springen.
Zelfs als er geen intentie is om met hen te kweken, is het noodzakelijk om op de bodem of een deel van de bodem keien te leggen. Ze zullen bij warmere periodes toch paren en eieren leggen, en leggen deze graag boven keien.

In het aquarium is de keuze beperkt van medebewoners aangezien het koudwatervissen zijn, maar ook omdat het stevige zwemmers zijn. De medebewoners zijn daarom best geen vissen die van rust houden.
Omdat de Rainbow shiners niet van de grond eten is een stevige corydora wel een optie, zoals bv de corydoras aeneus. Echter moet er op gelet worden dat deze ook genoeg te eten krijgen, want de Rainbow shiners zijn echte slokoppen, die altijd honger hebben.
In het aquarium of de vijver kan afwisseling gegeven worden van diepvriesvoer, vlokvoer, gedroogde of levende muggenlarven, enzovoort. Ze eten ook alles wat ze in de vijver vinden.

 

Kweken
Een groep van 10 vissen is ideaal, niet meer mannetjes dan vrouwtjes.
In de natuur paaien ze in de vroege zomermaanden mei of juni, wanneer de temperatuur van het water ongeveer 18-25 °C is.
Rainbowshiners worden geslachtsrijp na de eerste winter.

Ze zullen hun eieren boven keitjes leggen. Deze beschermen de eieren en kleintjes tegen rovers, maar ook tegen de Rainbow shiners, die zelfs tijdens het leggen, hun eigen eieren op eten.
In de natuur gebruiken ze soms het nest van de nocomis- of campostoma soorten (stoneroller) om hun eieren boven te leggen.

Het paaien en eieren leggen gaat er wild aan toe. Er wordt over en weer de keien gezwommen. De mannetjes gaan achter de vrouwtjes aan en duiken tussen de keien.

 

Nakweek van de rainbow shiners leggen hun eieren ook boven knikkers.

Om later de eieren te recupereren, kunnen de keien in een plastieken doos gelegd worden. Na de paring, die 2 uur kan duren,  maar ook een hele dag, kan de doos met eieren in een kweekbak gezet worden.Of de volwassen vissen kunnen verwijderd worden.

Heel belangrijk is om de eieren tussen de stenen te laten liggen. Wanneer de stenen worden weg genomen en er geen andere beschutting gegeven wordt, zullen de larven sterven.
De jonge larven komen, afhankelijk van de temperatuur van het water, na één tot vijf dagen uit het ei.
Na nog eens vier tot zeven dagen, is het larvenstadium voorbij en komen de visjes tussenuit de stenen gezwommen. De jonge vissen zijn op dit moment ongeveer 4-5 mm groot, en heel smal van vorm.
Vanaf nu moeten ze meerdere keren per dag gevoed worden. Het eerste voer zijn azijnaaltjes, dat kan afgewisseld worden met stofvoer of liquifry, maar dit is absoluut geen hoofdvoedsel.
Als het jongbroed groter is kunnen ze pas uitgekomen artemia en micro aaltjes eten.
Uiteraard moeten er veel waterverversingen gebeuren. Van de bodem moeten de etensresten afgezogen worden en In het begin is het noodzakelijk, het verse water bij de jonge vissen te laten druppelen.

 

 

Overal wordt er geschreven dat Rainbow shiners een koudeperiode nodig hebben om het jaar nadien eieren te kunnen leggen. Echter blijkt dit niet te kloppen.
Mijn Rainbow shiners hebben een hele winter in een warme kweekkamer gestaan, en leggen net zoals het jaar voordien, evenveel eieren.

De Rainbow shiners wordt soms verkocht onder type 1 en type 2. Het heeft me heel wat werk gekost, om te achterhalen wat het verschil is….GEEN!! Soms wordt er beweerd dat 1 van de 2 types winterhard is, m.a.w. kunnen overwinteren in de vijver. In een vijver die diep genoeg is, minstens 80 cm overleeft een Rainbow Shiner in de winter.

Tevens zouden deze vissen maar 2 jaar worden, echter heb ik er hier rondzwemmen van 4 jaar. Misschien is de levensduur in de natuur korter, in een aquarium of vijver kunnen ze met goede zorgen veel ouder worden.